top of page

HOE DE MEETGEKTE IS ONTSTAAN

​​De misvatting dat je subjectieve zaken objectief kunt meten

De oorzaak van de ellende met al dat gemeet van managers is dat men de resultaten (in managerstermen 'de output) van mensen in dienstverlenende organisaties op dezelfde manier wilde meten als de output in productiebedrijven wordt gemeten. Men wilde in universum Psi, het universum van de levende en zich ontwikkelende systemen en dus ook de wereld van mensen op dezelfde manier gaan meten als in universum Phi, het universum van de materie, de wereld van de dode, niet levende dingen. Men wilde dat zo graag omdat men in de wetenschappelijke wereld van de materie uitgaat van het axioma dat uitspraken pas waar zijn als de waarnemingen waar die uitspraken op gebaseerd zijn op een 'objectieve' manier tot stand gekomen zijn. ​Waarnemingen zijn volgens dat idee alleen objectief als er aan twee voorwaarden wordt voldaan. Allereerst moet er gemeten zijn met een instrument waarvan het meetresultaat niet beïnvloed worden door degene die meet. Verder is een meting pas echt objectief als de meting door iedereen, waar ook ter wereld herhaald kan worden en dan precies dezelfde meetresultaat oplevert.

​

Voorbeeld van een objectieve meting

Als je een spoorrails van 100 meter lang 10 graden Celsius verhit zet het ijzer uit en dan wordt die rails 1,2 cm langer. Het maakt niet uit waar je dat doet, overal ter wereld wordt de rails steeds hetzelfde aantal centimeters langer. Het maakt ook niet uit wie dat doet en wanneer je dat doet. Nu en 100 jaar geleden had dat verhitten precies hetzelfde effect. Om al deze redenen is het een wetenschappelijke 'waarheid' dat een stuk ijzer van 100 meter lang dat je verhit van 10 tot 20 graden Celsius altijd exact 1,2 centimeter langer wordt.

 

In universum Psi zijn er bijna geen identieke exemplaren
De menselijke wereld van mensen, organisaties en maatschappijen is echter een universum dat principieel verschilt van het materiële universum. Op de eerste plaats vind je in dat universum zelden volstrekt identieke eenheden. De ene leerling is de andere niet en de ene huisarts is niet volstrekt identiek aan de andere. Spoorrails, gloeilampen en stofzuigers van een bepaald type zijn dat (bijna) wel en omdat leerlingen en huisartsen niet allemaal hetzelfde zijn zit je dan dus paarden met kippen of olifanten te vergelijken.

 

In universum Psi verandert er van alles tegelijkertijd

Een tweede elementair verschil met de natuurwetenschappelijke manier van onderzoek doen is dat je het daar zo kunt regelen dat er slechts één variabele tegelijkertijd verandert. Je verandert dan bijvoorbeeld alleen de temperatuur van de spoorrails en je zorgt ervoor dat verder alle andere factoren (zoals de dikte, de vorm en de samenstelling van het ijzer) constant blijven. Alleen dan kun je met een gerust hart zeggen dat de gemeten verandering van de lengte maar door één factor veroorzaakt kan zijn, namelijk die factor waarmee je aan het experimenteren bent gegaan en dus is het objectief waar dat toename van de temperatuur de enige en echte oorzaak is van het langer worden van de spoorrails.

 

Bij mensen, organisaties en maatschappijen is dat niet te doen. Je kunt mensen niet in een laboratorium opsluiten en zelfs als je dat doet krijg je het nog niet voor elkaar om alle condities exact gelijk te houden want de emotionele toestand van mensen verandert constant en alleen al het feit dat je een vragenlijst invult, heeft al invloed op je mening over dat onderwerp door de manier waarop de vragen zijn geformuleerd. En dan hebben we het nog maar even niet over mondelinge en telefonische enquêtes waarbij het resultaat altijd wordt beïnvloed door de persoon die je de vragen stelt. Een interviewer die op jou lijkt qua uiterlijk, kleding en taal krijgt andere antwoorden dan iemand die duidelijk afkomstig is uit een hele andere maatschappelijke bubbel. Niet alleen het meetinstrument (het interview) maar ook degene die meet (de interviewer) beïnvloeden in het menselijke universum de meting.

 

Methoden, technieken en instrumenten uit universum Phi werken niet in Psi
Zo zijn er nog wel een aantal punten te noemen waarin het universum van levende mensen principieel verschilt van het universum van dode dingen. De conclusie daarbij is dat we in het universum van mensen dus ook niet moeten proberen om met de principes, methoden, technieken en instrumenten uit het natuurwetenschappelijk universum te meten, want dat slaat nergens op. Toch gebeurt dat vaak en veel maar dat leidt dan onvermijdelijk tot onzinnige conclusies. Onderzoekers doen dat toch vaak omdat natuurwetenschappelijke meetmethoden heel sterk het imago van objectiviteit hebben en omdat veel mensen 'subjectieve' meetmethodes bij voorbaat verwerpen omdat ze niet wetenschappelijk verantwoord zijn. Dat zijn slechts meningen zegt men dan, subjectieve oordelen. Maar subjectiviteit is één van de fundamentele kenmerken van ons universum van mensen. Mensen beoordelen andere mensen en situaties vanuit hun perspectief op de zaak en dat perspectief van waaruit we naar de wereld kijken is puur subjectief, persoonsgebonden en verschilt van persoon tot persoon. Dingen hebben geen perspectief, geen meningen en geen oordelen. Mensen zijn geen dingen en kunnen en moeten daarom niet als dingen behandeld en gemeten worden.

 

Een voorbeeld uit Politieland
E
en goed gesprek van een wijkagent met een wijkbewoner over de vraag hoe veilig hij zich voelt, wat de problemen in de wijk zijn en wat de politie daaraan volgens hem moet doen, c.q. gedaan heeft, levert meer zinvolle informatie op dan een oppervlakkig, gestandaardiseerd vragenlijstje dat aan de deur wordt ingevuld. En als er dan een bekakt pratende werkstudent aan de deur komt die als bijbaantje enquêtes afneemt krijg je een heel ander resultaat dan wanneer een politieagent van middelbare leeftijd in uniform die vragen stelt. Menselijke meters hebben effect op de meting. Dikke rapporten met dit soort non-informatie hebben we genoeg. Die kosten alleen maar tijd, bomen en inkt en leveren weinig op.
 

bottom of page