
ONTWIKKELINGSFASES
VAN MENSEN, ORGANISATIES EN DE MAATSCHAPPIJ

Fase 7 - Integratie
Bij Graves is dit bij mensen de transformationele fase. Dit is het stadium van rijpheid, volwassenheid en wijsheid. De transformationele mens wordt door Graves beschreven als een mens die een hoge tolerantie voor andersdenkenden heeft, maar daarin zeker niet naïef is. Boeven zijn boeven en anders dan de doorgeschoten sociocratische mens met zijn flower-power filosofie dat “iedereen gelijk is” ziet de transformationele mens in dat je niet de verwachting moet hebben dat er met boeven veel te overleggen valt. “Wees vriendelijk als dat kan, maar wees er op voorbereid dat je ook straatvechters uit fase 5 tegen kunt komen”, zegt deze realist en dan is het gewoon weer even vechten geblazen.
De mens in fase 7 heeft een sterke behoefte aan autonomie, maar kan toch prima doelgericht werken in overleg met anderen. Hij heeft een visie op lange termijn, is tegen machtsmisbruik, geweld, bureaucratie, starre systemen en procedures, statusgeilheid en andere doorschieters van de vorige fases, maar kan er prima mee omgaan. Hij is non-conformistisch als dat kan, maar anders dan de mens uit fase 6 heeft hij er geen moeite mee om een net pak of een uniform aan te trekken als de situatie dat vraagt. Hij is een echt in-dividu, een on-verdeelde, iemand die niet meer in zichzelf verdeeld is. Hij leidt een eigen leven in verbondenheid met anderen en kan goed accepteren dat iedereen zijn eigen werkelijkheid heeft. Het zijn de grote denkers, schrijvers, managers en wetenschappers, de grote Wijzen en Meesters van deze planeet, de werkelijk volwassenen van geest.
De organisatie die dit stadium bereikt, wordt door Nelson & Burns de excellente organisatie genoemd. De tijdsoriëntatie wordt nu een combinatie van heden, verleden en toekomst. Doel van de organisatie wordt het leveren van topprestaties. Dit wordt bereikt doordat men beseft dat dit alleen kan als de organisatie de mensen in staat stelt hun kernkwaliteiten te ontwikkelen en tot uitdrukking te brengen. Management wordt nu vooral management van menselijke energie, “zin” in het werk en creativiteit. Management wordt nu pas echt human resources management.
De organisatiestructuur wordt nog flexibeler en wordt een netwerkorganisatie, een matrix-organisatie die constant in verandering en beweging is. De integratie van de organisatie in de omgeving en de contacten met andere organisaties worden nu nog intensiever en de waardeoriëntatie wordt: als organisatie een bijdrage leveren aan het welzijn van de maatschappij als geheel.
De individuele motivatie wordt zelfverwezenlijking, persoonlijke groei. De communicatiestijl wordt feed-through, listen, luisteren naar elkaar, elkaar continu informeren en consulteren.
Van Peursen, noch Cornelis gaan in hun model zover dat ze de contouren van een maatschappij in fase 7 schetsen. Toch is er wel literatuur te vinden waarin andere schrijvers de eerste indicaties van zo’n maatschappij schetsen. Als het bijvoorbeeld gaat om de relatie met de natuur, zien we dat daar het idee van het rentmeester zijn over de natuur verandert. Dit beheersconcept waarin de mens zich toch nog steeds boven de natuur plaatst, verschuift nu nog verder naar een concept waarbij de mens gezien wordt als niet meer dan een onderdeel van de natuur. Dat idee wordt ook wel de Gaia-hypothese genoemd. De Aarde wordt dan gezien als één groot levend ecologisch systeem waar de mens slechts een subsysteem, een onderdeel van is. Door de enorme toename van de informatisering zal er in die visie dwars door cultuur- en landsgrenzen heen een wereldomspannend netwerk van met elkaar verbonden mensen ontstaan: het global brain. Internet is slechts een voorfase van dit mondiale, wereldomspannende brein.

COPYRIGHT
Eithward doet niet aan copyright. U mag alles wat op deze website staat gratis overschrijven, kopiëren, vermenigvuldigen, etc. want kennis over deze wereld is van en voor ons allemaal, vindt Eithward.