top of page

ONTWIKKELINGSFASES
VAN MENSEN, ORGANISATIES EN DE MAATSCHAPPIJ

Het geheim van de drievoudige helix

​

Er bestaan opvallend sterke overeenkomsten tussen de manier waarop mensen, organisaties en maatschappij­en zich ontwikkelen. Dat gaat bij al deze menselijke systemen niet geleidelijk maar gebeurt in groeifases die kwalitatief sterk van elkaar verschillen. De overgang van de ene groeifase naar de andere fase gaat vaak gepaard met een soort crisis waarin het oude niet meer werkt en het nieuwe er nog niet is.

Een kleuter verandert op een bepaald moment in een tiener en wordt dan qua persoonlijkheid een compleet ander mens. De balorige ikke-ikke gerichte kleuter verandert dan in een groepsdier. Bij organisaties en onze maatschappij zien we hetzelfde fenomeen. Bij een beginnende organisatie is er meestal maar 1 persoon die alle belangrijke beslissingen neemt: de oprichter annex eigenaar. Als de organisatie groter groeit kan 1 persoon dat op een bepaald moment niet meer aan en ontstaat er zoiets als een directie of bestuur met meer mensen die elk een deel van de organisatie besturen en dan wordt het op allerlei gebieden een ander soort organisatie want dan moet er samengewerkt en dus ook overlegd en worden.
Bij onze maatschappij is dat ook gebeurd na de ontdekking van de stoommachine en de daarop volgende technische revolutie. Organisaties veranderden van groepjes vakmensen die zelfstandig of in kleine groepen met elkaar samenwerkten in machines waar mensen aan lopende banden steeds weer hetzelfde kleine klusje moesten doen en daardoor werd het ook qua karakter een heel ander soort organisatie.

 

Als je de drie ontwikkelingslijnen van mens, organisa­tie en maatschappij langs elkaar legt, ontstaat zo het model van een drievoudi­ge helix. Als beeld kun je daarbij het beste denken aan drie, parallel aan elkaar lopende wenteltrappen.

Een andere metafoor die je daarbij kunt hanteren is het toneelstuk. De maatschappelijke ontwikkelingsfase wordt dan letterlijk de maatschappelijke achter­grond, ofwel het decor waartegen het organisatietoneelstuk zich afspeelt. De fase waarin de organisatie zich bevindt is dan het toneelstuk zelf en de ontwikkelingsfase waarin jij en andere mensen zich bevinden, zijn in die metafoor de acteurs die in dat geheel hun rollen spelen. De vraag is dan of decor, toneelstuk en acteur bij elkaar passen. Als dat zo is, klopt alles met elkaar, maar helaas is dat lang niet altijd het geval is en dan heb je als manager vaak het gevoel dat je in een absurd toneelstuk van Harold Pinter of Franz Kafka terecht bent gekomen en dat je omringd wordt door idioten en zwakzinnigen. Tegen dat verschuivende decor kan een organisatie zich in één van de vier mogelijke ontwikkelingsfases bevinden en zo een toneelstuk vormen dat achter-, voor- of gelijk­loopt met de maatschappelijke ontwikkelingen. Hetzelfde geldt voor de manager. In het menselijk toneelstuk van de organi­satie waarin hij zijn rol speelt, kan hij precies passen in dat toneelstuk, of een acte voor- of achterlopen....   

Als je de helix uitvouwt in het platte vlak ontstaat het volgende beeld:​​

sheet helix model compleet.jpg

Ontwikkelingsfases van mensen

 

In bijna elke cultuur kent men wel een verhaal, legende of model van de manier waarop mensen zich ontwikkelen. Opvallend vaak vind je bij dat soort modellen zeven fases van psychologi­sche ontwikkeling.
In het Oosten kent men bijvoorbeeld al sinds een paar duizend jaar het model van de zeven chakra’s.
Een chakra is een soort energieknooppunt in je lichaam. De zeven energiepunten ontwikkelen zich van basale energieën zoals de wil om te (over)leven, seksualiteit en de wil om iets voor elkaar te krijgen naar hogere energieën zoals liefde, empathie en intuïtie. Fysiek liggen die chakra's langs het ruggenmerg, beginnend vanaf het staartbotje en dan verder naar boven in het lichaam. De achterliggende filosofie is dat een mens in de loop van zijn leven moet leren om te gaan met de verschillende energieën van deze chakra’s.

chakra's1.jpg

Uit de psychologie kennen we het o.a. model van de levensfases van prof. Lievegoed. Een model dat heel mooi weergeeft is het 7-fasen model van prof. C. Graves dat gebaseerd is op het waardenpatroon dat mensen in de diverse levensfases hanteren. Dat model gaat er vanuit dat een mens zich in zijn leven ontwikkelt door steeds een stap te maken naar een ander, complexer waardenpatroon, waardoor het hele leven een andere “kleur” krijgt en het gedrag fundamenteel verandert. Het oorspronkelijke idee van Graves is verder uitgewerkt door Beck & Cowan onder het etiket Spiral Dynamics. Lees hier meer over het model van Graves. 


Eén voorbeeld van zo’n stap is de overgang van het puur egocentristische “ikke-ikke” waardenpatroon van de kleuter naar het conformistische waardenpatroon van de tiener. De kleuter denkt nog alleen maar aan zichzelf. De tiener moet echter leren om rekening te houden met anderen. De mens verlaat dan het puur egocentri­sche stadium en leert in het tienerstadi­um om rekening te houden met anderen en zich aan te passen aan de normen en waarden van een groep. In hun tienertijd ontwikkelen mensen dat vermogen door zich te verbinden aan een groep waarmee men zich sterk identificeert.

Ontwikkelingsfases van organisaties en onze maatschappij

​

Voor organisaties maken we gebruik van het model van Nelson & Burns. In dat model doorlopen organisaties 4 fases. Voor de ontwikkeling van onze maatschappij gebruiken we de modellen van Cornelis en Van Peursen die elk 3 fasen onderscheiden.

Nelson en Burns.jpg
Nelson en Burns 2.jpg
bottom of page